Openbaring 10 en de Drie Engelenbooschap
Toen de Advent gelovigen de Derde Engelboodschap in Openbaring 14 begrepen, werd ook de rest van de profetieën in de Openbaring duidelijk. Vooral de profetie van Openbaring 10 werd gekoppeld aan de ontknoping van de Derde Engelboodschap en de ervaring van de Advent gelovigen. Het gaf een ander beeld van Gods laatste boodschap aan de wereld.
In Openbaring 10 heeft een machtige engel een klein geopend boek in zijn hand:
“Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linkervoet op het land.
Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult, en daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen.
Ik wilde opschrijven wat ze gezegd hadden, maar een stem uit de hemel zei tegen mij: ‘Wat de zeven donderslagen gezegd hebben, moet je geheimhouden. Schrijf het niet op.” (Openbaring 10: 2-4)
Deze teksten betekenen dat een boek – of profetie – dat eens verzegeld was, nu geopend of ontzegeld is. Volgens Roy Allan Anderson, commentator van het boek Openbaring, verwijst dit passage naar een profetie in Daniël:
“De boodschap door de engel hier gesymboliseerd, ontzegelde het boek opdat bestudering daarvan mogelijk zou worden. Welk boek kon het zijn? Er blijkt maar een antwoord mogelijk. Voor zoverre bekend is, was alleen een gedeelte van de profetie van Daniël gesloten.”
Anderson verwijst naar de opdracht dat Daniël kreeg “Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen” (Daniël 12: 4). De 2300-dagen profetie van Daniël 8, past in deze beschrijving van een verzegelde profetie die aan het einde van de tijd zou worden ontzegeld. Zoals we wel weten, is het einde der tijden in 1798 aangevangen. Hierna begon de Millerbeweging zijn nieuwe inzichten van Daniël 8 en de Eerste Engelboodschap van Openbaring 14 te prediken.
In de Bijbel wordt geen andere profetische tijdsperiode na de 2300-dagen profetie gegeven. De uitspraak van de engel in Openbaring 10:6 “dat er geen tijd meer zou zijn” kan gezien worden als een verwijzing naar de profetie van Daniël welke ons naar het einde van de profetische tijd voert.
In Openbaring 10:9 wordt Johannes ook de opdracht gegeven om de boekrol te eten. Het is zoet in de mond maar bitter in de buik. Het eten van de boekrol betekent dat je de boodschap inneemt, begrijpt en je eigen maakt:
“ Uw woorden gevonden werden, at ik ze op.Uw woord was mij tot vreugde en tot blijdschap in mijn hart, want Uw Naam is over mij uitgeroepen, HEERE, God van de legermachten.” (Jeremia 15:16).
De zoete smaak was de blijde verwachting dat de bestudering van het woord teweeg bracht; het bittere duidt op de teleurstelling die werd ervaren vanwege de verkeerde toepassing van de profetie. De Advent gelovigen hadden de terugkeer van Jezus verwacht. Jezus keerde echter niet terug. Ze dachten dat de laatste waarschuwingsboodschap was gebracht... maar dat was niet zo.
Profeteer weer
In Openbaring 10:11 wordt de instructie gegeven: “U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen”.
Het woord ‘weer’ is van betekenis. De Advent gelovigen dachten dat hun profeteren volbracht was, maar ze moesten weer profeteren. Nu moest de profetische boodschap weer gebracht worden. Nu aan de gehele wereld.
God richtte op het juiste moment een overblijfsel op dat het Evangelie in zijn volheid aan de wereld zou brengen. Dit is het overblijfsel, die de geboden Gods en het getuigenis van Jezus hebben, dat door de Draak in de eindtijd wordt vervolgd.