Sabbat, hoe en waaromThis is a featured page


Zevende-dags Adventisten vieren elke zaterdag de sabbat als rustdag. De sabbat begint bij zonsondergang op vrijdag en eindigt bij zonsondergang op zaterdag. Gedurende de sabbat wordt werken zoveel mogelijk vermeden. Op vrijdag vindt een bijbelstudieavond plaats en op zaterdag wordt een eredienst gehouden. Van maandag t/m vrijdag vindt er ’s morgens een morgenwijding plaats. Vijf keer per week vindt er ook een avondwijding plaats.

Bij Zijn schepping heeft God de mens aangesteld om alles wat geschapen is op een verantwoorde wijze te beheren. Allereerst past in die opdracht een verantwoord zorgen voor het eigen lichaam. Voedsel en de dranken worden worden volgens de voorschriften van bijbel bereid - er wordt bijvoorbeeld geen varkensvlees of schelpdier geserveerd. Adventisten roken niet en nuttigen ook geen alcohol.

Het leven is een gave Gods die derhalve van begin tot eind beschermd dient te worden. Adventisten achten het niet geoorloofd een menselijk leven te beëindigen. Het begeleiden tot het einde houdt derhalve in dat pijnbestrijding en zorgverlening daarbij centraal staan. Tevens houdt dit in dat de zorg op een gegeven moment terug mag treden zodat het einde in Gods hand gegeven wordt. Een liefdevolle en respectvolle ondersteuning mag ook dan verwacht worden.

Adventisten erkennen God als Schepper en Vader van alle mensen. Ieder mens is daarmee een kind van God en verdient steun en solidariteit. Waarden als aandacht, toewijding, zorgzaamheid, bezorgdheid, inzet en respect behoren in alledaagse zorgpraktijken concreet en voelbaar te zijn.

Adventisten geloven dat de mens gezien wordt als een eenheid van hoofd, hart en hand. Een mens is nooit louter geest. Het hart en alle vijf de zintuigen horen net zozeer bij het menszijn. Een integrale benadering is het uitgangspunt.

De Bijbel leert dat mensen sociale wezens zijn voor wie sociale verbanden van levensbelang zijn. Bekommernis om elkaar is waar mensen naar snakken – een bemoedigend woord, een vriendelijke blik, een schouderklopje. Aandacht en gemeende belangstelling voor elkaar.

De Zevende Dag een geschenk uit de hemel


Van tijd tot tijd wordt de discussie over een wekelijkse rustdag opnieuw aktueel. Zoals nog niet zolang geleden tijdens de debatten over de winkelsluiting op zondag. Organisaties ter bevordering van de zondagsrust nemen een standpunt in op basis van religieuze achtergronden. Anderen bepleiten een wekelijkse rustdag om te ontsnappen aan wat wel de 24 uurs economie wordt genoemd. Maar van welke kant de discussie over een wekelijkse rustdag ook bezien wordt, iedereen is het er over eens dat de mens die zichzelf geen rust gunt, doldraait.

De tredmolen van werken, eten, televisie kijken, slapen etc. vraagt nu eenmaal om een noodzakelijke onderbreking. In dit stuk komt een groot aantal historische en religieuze aspecten aan de orde met betrekking tot de wekelijkse rustdag. Er wordt ingegaan op de vraag welke invulling zo'n rustdag verdient. Is de wekelijkse rustdag een dag van uitslapen, winkelen, sporten en familiebezoek, of heeft die dag een diepere betekenis? Lees hoe een objectieve beschouwing tot zeer verrassende uitkomsten kan leiden!



Een Godsgeschenk geruild!


De wekelijkse rustdag komt al aan de orde op de allereerste bladzijden van het boek dat 't verst teruggaat in de geschiedenis van de mensheid: de Bijbel. In het Bijbelboek Genesis lezen we hoe God de wereld en alles wat daarop te vinden is, schiep in zes dagen. De zevende dag rustte Hij van zijn scheppingswerk. Die dag werd in letterlijke betekenis een dag van recreatie. Zes dagen hield God zich bezig met creatie, schepping, De zevende dag richtte Hij in als monument van Zijn schepping, een dag van herschepping.

Dat oude bijbelverhaal vormt ook de enige verklaring voor de tijdsindeling zoals wij die kennen. Onze seconden, minuten, uren, dagen, maanden en jaren laten zich wetenschappelijk verklaren door de loop van sterren en planeten, de weekindeling kent geen andere oorsprong dan het bijbelse scheppingsverhaal. De joodse geleerde Abraham Heschel omschreef de wekelijkse rustdag als volgt: Toen God besloot een monument op te richten voor de schepping, had Hij verschillende keuzen. Hij had een enorme kathedraal kunnen bouwen of een gedenksteen van een gigantische omvang kunnen oprichten.

Met alle praktische problemen van dien. De zo gekozen plaats van aanbidding zou een voor velen moeilijk bereikbaar heiligdom zijn, het zou onderhevig zijn aan de tand des tijds, het zou kunnen verworden tot een plaats waarvan mensen elkaar het eigendom betwisten.


En zo zijn er tal van bezwaren te bedenken. En daarom bedacht God een scheppingsmonument van geniale eenvoud. Geen stoffelijk en lokaal gedenkteken, maar een dag als monument van Gods schepping. De zevende dag van de week, de zaterdag, die door God apart werd gesteld en gezegend boven alle andere dagen. Een geschenk uit de hemel als vluchtheuvel om te ontkomen aan alle dagelijkse beslommeringen.

Een geschenk overigens dat door de mens, zonder goedvinden van God, werd omgeruild voor een ander. Hoewel God de mens de zaterdag als monument van zijn schepping schonk, kozen veel mensen voor de zondag als alternatief monument. De dag van de zonaanbidders werd omgedoopt tot dag van de christenen.

Gods geschenk werd geruild voor iets waarvan de mens dacht dat het beter was! Buiten de joodse gelovigen zijn er miljoenen christenen over de hele wereld die ook de sabbat vieren op de zevende dag van de week.

Maar er zijn veel meer christenen die de eerste dag van de week vieren. Vaak in de overtuiging dat ze doen wat God van hen vraagt. Dat roept een aantal vragen op: Hoort het vieren van de zaterdag als sabbat immers niet bij de joden thuis? Alle oudtestamentische wetten, waaronder de regels over de sabbat, zijn voor christenen toch niet meer geldig?

En als ze wel geldig zouden zijn, je kunt de klok toch niet zomaar terugzetten? Je kunt toch niet de hele maatschappij in de war sturen door een andere rustdag in te voeren? En wat maakt het eigenlijk uit op welke dag je naar de kerk gaat? En zo zijn er ongetwijfeld meer vragen te bedenken. In de volgende hoofdstukken worden de meest voorkomende vragen beantwoord.


De tien geboden afgeschaft?


'De vorige generatie christenen heeft met het dogma afgedaan, de huidige met de christelijke moraal.' Deze uitspraak bevat veel waarheid. Er zijn zelfs vandaag de dag veel theologen die beweren dat er geen absolute zedelijke norm is.

Zij zeggen: je kunt niet vaststellen dat iets onder alle omstandigheden goed en iets anders onder alle omstandigheden fout is. Dat hangt helemaal van de omstandigheden af. De situatie bepaalt of iets goed of verkeerd is!

Toch zijn er nog heel veel mensen die ervan uitgaan dat er een aantal onveranderlijke uitgangspunten voor een algemene moraal moet zijn: de tien geboden. Zowel joden als christenen beroepen zich op deze door God gegeven grondregels voor een liefdevolle samenleving. Jezus, die wordt gezien als de grondlegger van het christendom, heeft zich op dit punt overigens duidelijk uitgelaten.

'Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of tittel (wij zouden zeggen: een punt of komma) vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied' (Matteüs 5:17,18).

Uit het verband blijkt over welke wet Jezus het heeft (Matteüs 5:21-32).


Hij licht zijn standpunt namelijk toe door enkele voorbeelden aan te halen. Hij gaat daarbij in op het plegen van echtbreuk en het plegen van een moord. Twee voorbeelden die alles te maken hebben met de tien geboden. Volgens Jezus gaat het niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, om de uiterlijke daad, maar om de diepere motieven van een mens.

De goddelijke geboden die aan Mozes bekend werden gemaakt, zijn door Jezus allerminst afgeschaft. Hij heeft ze vervuld, dat wil zeggen Hij heeft het volmaakte voorbeeld gegeven, hoe ze moeten worden uitgevoerd, Ook Paulus, de voornaamste verkondiger van de christelijke leer, maakt duidelijk dat er slechts een slotconclusie ten aanzien van 'de wet' mogelijk is, Hij zegt in zijn brief aan de Romeinen:

'Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de wet' (Romeinen 3:31)!


Geloof en werken


Het geloof in God is van doorslaggevend belang. De Bijbel laat daarover geen twijfel bestaan: 'de rechtvaardige zal uit geloof leven' (Romeinen 1;17).

Maar dat geloof houdt tevens in dat wij ons afvragen volgens welke richtlijnen God wil dat wij ons leven inrichten. 'Wat baat het, mijn broeder, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft' Jakobus 2:1c)?

Deze logische vraag stelt de apostel Jakobus. 'Gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood' (Jakobus 2:26). Over welke 'werken' spreekt Jakobus? Hij doelt vooral op het naleven van de tien geboden. Hij heeft daar trouwens een prachtige naam voor; 'de koninklijke wet der vrijheid' (Jakobus 2:8,12).

Dat hij de tien geboden bedoelt staat vast, Ook hij haalt doodslag en echtbreuk aan als voorbeelden. En hij onderstreept daarbij het belang van consequent zijn in het uitleven van deze goddelijke grondwet: 'Wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden' Jakobus 2:10).


Kan iemand met de Bijbel in de hand volhouden dat de wet van God er niet meer toe doet? Dat lijkt onmogelijk als we bijvoorbeeld de apostel Johannes serieus nemen.

'En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn geboden bewaren. Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet ... Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zo te wandelen als Hij gewandeld heeft' (1 Johannes 2:6).

Er lijkt voor christenen nog een uitvlucht mogelijk. Toen Jezus gevraagd werd naar de betekenis van de tien geboden, vatte Hij die als volgt samen: 'Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf' (Matteüs 22:37,38).

Is dat wellicht de nieuwe wet die Jezus in plaats van de oude heeft gesteld? Allerminst. Dit is geen nieuwe wet, maar slechts een samenvatting die vrijwel woordelijk overeenkomt met wat ook al in het boek Deuteronomium in het Oude Testament staat (Deuteronomium 6:5).

Zodra iemand zich afvraagt hoe de liefde tot God en tot de medemens ingevuld moet worden, komt hij vanzelf weer bij de tien geboden terecht,


Gods uitgangspunten zijn onveranderlijk


Sinds mensen op grote schaal van de tien geboden zijn gaan afwijken, is het er in de wereld niet beter op geworden (Exodus 20:1-17 en Deuteronomium 5:6-21). Een terugkeer naar Gods onveranderlijke uitgangspunten zou tot een wereld leiden die veel gelukkiger zou zijn.

Maar zoals gezegd, de tien geboden serieus nemen betekent meer dan luisteren naar alleen de letter. Het gaat om de geest van de wet, om de motieven van de mens, om de diepere bedoeling. Als het gebod luidt: 'Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben', dan heeft dat niet alleen betrekking op de afgodsbeelden zoals we die in volkenkundige musea aantreffen, maar ook op de manier waarop wij luxe en materiële zaken kunnen verafgoden.


Als het gebod zegt dat we de naam van God niet 'ijdel' mogen gebruiken, gaat het er niet alleen om dat we niet mogen vloeken, maar ook dat we Gods naam niet mogen gebruiken als vlag om een bedenkelijke lading te dekken. Het gebod 'eert uw vader en uw moeder' zou altijd het uitgangspunt moeten vormen in discussies over de generatiekloof tussen ouders en kinderen.

Het 'gij zult niet doden' verbiedt niet alleen moord en doodslag in de gebruikelijke betekenis van het woord, maar zou ook het uitgangspunt moeten vormen in discussies over euthanasie, abortus en militaire vraagstukken.

De tien geboden zijn geen wetboek met honderden uitgewerkte paragrafen die voor elk moreel dilemma een gedetailleerd antwoord geven.De tien geboden vormen een onver anderlijke grondwet die ons belangrijke basisprincipes leert, vanwaar ons geweten ons verder de weg wijst.

Terug naar het onderwerp van deze brochure, de rustdag. Als de tien geboden nog gelden, wat doen we dan met het vierde gebod: 'Gedenk de sabbat dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God, dan zult gij geen werk doen'?

Hoe kunnen we dat gebod serieus nemen?
Het antwoord is heel eenvoudig: door gewoon te doen wat het gebod van ons vraagt!

Wat is de 7de dags Sabbat?
Zondag; een Rooms embleem

Who's Online?

Members currently online: 0

Guests currently online: 6