De dag van de joden?
We zagen 't al eerder, ruim voordat het volk Israël de tien geboden kreeg, functioneerde de sabbat al. De sabbat maakte vanaf het begin van onze wereld deel uit van de onveranderlijke relatie tussen de mens en zijn Schepper. Universeel wat tijd en plaats betreft en daarom duidelijk anders dan de veranderlijke, rituele vormen waarmee de mens zijn Schepper aanbidt. De eigenlijke betekenis van het Hebreeuwse woord voor sabbat is 'ophouden, rusten'. Het uiteindelijke doel van de sabbat is het verstand en het morele bewustzijn van de mens te stimuleren, als gevolg van zijn relatie met God. Het getuigt van groot onbegrip deze door God voor dit doel bestemde dag te veronachtzamen en in plaats daarvan een dag naar eigen keuze te stellen: de eerste dag van de week.
Daarmee plaatst de mens zich boven God. Bij de discussie over de viering van de zevende of de eerste dag van de week, gaat het er uiteindelijk om of we het gebod van de Schepper hoger achten dan de neiging onze eigen wil centraal te stellen. Dat laatste zorgde in de hemel al voor de val van de engel die de tegenstander (satan) van God werd. In principe gaat het bij de sabbatviering dus eigenlijk om een beslissend onderscheid in het aloude conflict tussen goed en kwaad, en voor de christen tussen Christus en satan. Satan heeft gedurende de loop van de geschiedenis voortdurend getracht de mens met bedrieglijke voorstellen te hinderen in z'n relatie met God. Voortdurend kwam hij met oplossingen die I aantrekkelijker schenen dan de oorspronkelijke bedoeling, maar het niet waren. l5 Op die manier laat in de christelijke kerk de zaterdag vervangen door de zondag.
De Bijbel is het 'instructieboek' waarin de Maker van de mens advies geeft aan zijn schepselen. Waarom zouden we het instructieboek van onze auto wel serieus nemen (niemand gooit diesel in een benzine auto) maar dat van onszelf niet?
Maakt 't veel uit om zaterdag of zondag te vieren? Niemand zou erover peinzen bevrijdingsdag op 6 mei of nog een heel andere datum te vieren, en zeker niet op een feestdag van de toen malige tegenstander.
En toch zouden we wel de bijbelse rustdag vervangen door de heidense rustdag van de zonaanbidders? Het ogenschijnlijk kleine verschil tussen de twee dagen kan grote gevolgen hebben in de relatie met onze Schepper. Wie een radiostation zoekt, maar op de schaal slechts enkele millimeters afwijkt, ontvangt alleen ruis of een heel ander station. En wie zich bij 't intoetsen van een telefoonnummer een cijfer vergist, krijgt niemand of heel iemand anders dan bedoeld aan de lijn! Theologisch gezien is de verbinding tussen schepping en sabbat van bijzondere betekenis.
Wat God op de zevende scheppingsdag deed, was ophouden met zijn werk van de eerste zes dagen, zoals de oorspronkelijke betekenis van het Hebreeuwse woord shabbat (ophouden) aangeeft. Het was dus niet een uitrusten van vermoeidheid (Jesaja 40:28). Dat God kon ophouden met werken laat zijn vrijheid zien. Hij is geen blinde, steeds werkende natuurkracht (zoals evolutionisten willen doen geloven) maar een God die in soevereine vrijheid schept of met scheppen ophoudt wanneer Hij dat wil. Dat God rustte wijst erop dat zijn scheppingswerk voltooid was en dat Hij met alles wat Hij geschapen had tevreden was. Dat bewijzen ook de woorden: 'En zie, het was alles zeer goed' (Cenesis 1:31).
Voortdurend heeft God zijn sabbat in het teken van bevrijding geplaatst. Toen de Israëlieten in de woestijn rondzwierven en er geen voedsel was, zorgde God voor een wonder, Hij gaf elke dag voedsel, maar elke zevende dag bleef dat voedsel uit. In plaats daarvan gaf hij op de zesde dag een dubbele portie. Daarmee liet God overduidelijk zien hoe belangrijk de sabbat voor Hem was (Exodus 16). Het belang van de sabbat komt ook sterk naar voren in de tien geboden.
Het sabbatsgebod is het hart van de wet. Herhaaldelijk wordt dat onderstreept. Mozes moest in opdracht van God tegen Israël zeggen: 'Maar mijn sabbatten moet gij onderhouden want dat is het teken tussen mij en u, van geslacht tot geslacht, zodat gij weet, dat ik de Here ben die u heiligt' (Exodus 31:13). Een echo daarvan vinden we in de woorden van de profeet Ezechiel, die zo'n duizend jaar later leefde: 'Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here uw God ben' (Ezechiel 20:20; Ezechiel 20:12). De sabbat zorgde ervoor dat de Israëlieten elke week opnieuw bepaald werden bij hun afhankelijkheid van God.
In de tien geboden wordt een rechtstreeks verband gelegd tussen de sabbat en de schepping en in een enigszins afwijkende versie van de tien geboden wordt de sabbatviering in verband gebracht met de bevrij ding die Israël had ervaren uit de Egyptische slavernij (Exodus 20:11; Deuteronomium 5:6-21). De sabbat had een bijzondere betekenis voor de Israëlieten die als geen ander volk de bevrijdende hand van God hadden gevoeld. Maar het was bepaald niet de bedoeling dat de sabbat een exclusieve aangelegenheid zou zijn voor een volk. Ook andere volken moesten kennis maken met de sabbat en deze dag gaan 'heiligen' (Jesaja 56:1-8). In feite was het een van de hoofdopdrachten aan Israël om daarvoor te zorgen.
De dag van Jezus Christus
Van Jezus is bekend dat hij leefde in overeenstemming met alle geboden en voorschriften van de thora (Manaus 22:34-40). Wel keerde Hij zich af van allerlei godsdienstige gebruiken die Hij niet als zinvol beschouwde (Marcus 2;18-20). Hij keerde zich tegen loze tradities en ging meer dan eens tegen de gangbare gewoonten in. Maar op het punt van de sabbat sloot Hij zich nadrukkelijk aan bij het patroon van zijn tijdgenoten. Hij ging 'naar zijn gewoonte' op sabbat naar de synagoge, de plaats van de joodse eredienst (Lucas 4:16,31). Overigens had Jezus wel degelijk kritiek op de wettische wijze waarop joodse wetgeleerden de sabbat invulden. De overdreven wijze waarop schriftgeleerden hadden omschreven wat op sabbat wel en niet mocht, had in wezen het karakter van de sabbat ontkracht. Tegen die manier van sabbatvieren ging Jezus in (Marcus 2:23-28; Matteüs 12:1-8; Lucas 6:1-5 en Matteüs 12:9-14 en alle parallelle teksten).
Hij gaf het volmaakte voorbeeld van hoe de sabbat kan functioneren, zodat de mens er geestelijk en lichamelijk wel bij vaart. Jezus toonde zich daarmee heer van de sabbat (Matteüs 12:8; Marcus 2:28; Lucas 6:5). Ook de leerlingen van Jezus waren trouwe sabbatvierders. Van Paulus lezen we dat hij steeds op sabbat naar de synagoge gelig (Handelingen 17:3). Als er een verandering zou zijn geweest, dan had het Nieuwe Testament ons daar zorgvuldig over ingelicht.
Maar het Nieuwe Testament gaat uit van de sabbat als een zo vanzelfsprekend onderdeel van de christelijke geloofsvisie, dat daar verder geen woord aan wordt gewijd. Jezus had een overduidelijk voorbeeld gegeven. Hij had gezegd niet gekomen te zijn om de wet teniet te doen, maar juist om die aan ons voor te leven. Dat sluit elk misverstand uit.