Sabbat, of Zondag dag des Heren?
De Bijbel over de term "Dag des Heeren"
Jesaja 2:12Want de dag des Heren der heirscharen zal zijn tegen alle hoovaardige en hooge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde.
Jesaja 13:6
Huilt gijlieden, want de dag des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting van den Almachtige.
Jesaja 13:9
Ziet de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen.
Ezechiël 30:3
Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een wolkige dag, het zal der heidenen tijd zijn.
Joël 1:15
Ach, die dag! Want de dag des HEEREN is nabij, en zal als een verwoesting komen van den Almachtige.
Joël 2:1
Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den Berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.
Joël 2:11
En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en vreselijk, en wie zal hem verdragen?
Joël 2:31
De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
Joël 3:14
Menigten, menigten in het dal des dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens.
Amos 5:18
Wee dien, die de dag des HEEREN zal begeren! Waartoe toch ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
Obadja 1:15
Want de dag des HEEREN is nabij, over al de heidenen; gelijk gij gedaan hebt, zal u gedaan worden; uw vergelding zal op uw hoofd wederkeren.
Sefanja 1:17
Zwijgt voor het aangezicht des Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij; want de HEERE heeft een slachtoffeer bereid; Hij heeft genoden geheiligd.
Sefanja 1:14
De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen.
Maleachi 4:5
Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
Handelingen 2:20
De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komen zal.
1 Thessalonicensen 5:2
Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in de nacht.
2 Petrus 3:10
Maar de dag des Heren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergga, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.
Openbaring 1:10
Ik kwam in den geest op den dag des Heren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin.
Jesaja 58:13
Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van gewicht, en die niet onteert door uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan.....
Ook deze tekst spreekt niet van de zondag als dag des Heren
Is het, gezien de andere teksten hierboven, logisch te veronderstellen, dat in Openbaring 1:10 gesproken wordt over de zondag?
In het geheel niet.