Geheime genootschappen

 Inleiding

Om de oorsprong te vinden van de geheime genootschappen en hun doelstellingen moeten wij weer teruggaan naar het boek van het begin, Genesis, naar de zondeval van Adam en Eva. Dit boek toont ons hoe Satan een slang gebruikte om Eva te misleiden en het later klaarspeelde om juist dit instrument van hem tot een aanbeden en geëerd wezen te maken. Wij zullen in dit hoofdstuk het lokmiddel bezien dat Satan gebruikte om de eerste mensen zover te krijgen, dat zij hun dodelijke misstap begingen, en hoe Lucifer datzelfde lokmiddel heeft gebruikt om anderen te verleiden. 

Wat zei de Vader der leugen tegen Eva? "Maar God weet, dat, ten dage dat gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad" (Gen. 3:5). 

Hier is het antwoord op de vraag hoe het komt dat zovelen zich gedreven voelen om in de hekserij steeds verder te komen en zo door Satan worden gebruikt om weer anderen te misleiden. Doordat in hen een begeerte naar verboden kennis was gewekt werden Adam en Eva uit de bescherming van God gestoten en verloren zij het eeuwige leven, niet alleen voor henzelf maar ook voor hun nakomelingen. Satan wekte in Adam en Eva het verlangen om te zijn als goden, kennende goed en kwaad. Deze begeerte veroorzaakte een gevoel van zelfverheffing in de geest van het eerste mensenpaar, en precies ditzelfde heeft geleid tot Lucifers eigen val in de hemel! 


De mens heeft vanaf die tijd er steeds naar gestreefd verder door te dringen in de kennis van de geheime zaken in het universum. Net zoals bij Adam en Eva probeert Lucifer bij ons een verlangen op te wekken om de dingen te onderzoeken die God ons niet bekend heeft gemaakt. De Bijbel vertelt de mens dat er in het universum geheimen zijn die de Heer hem niet wil openbaren. Dat komt niet doordat God een egoïst is, maar doordat de mens een boos hart heeft -het is niet vertrouwd als hij die geheimen kent. Kijk maar eens naar de situatie die de mens voor zichzelf heeft geschapen, vandaag de dag. Hij leeft voortdurend in angst, wereldwijd, vanwege zijn eigen boosaardige uitvindingen, die in staat zijn de hele wereld te vernietigen.

Dag aan dag wordt hij gekweld door de dreiging van oorlog, misdaad en nationale ondergang in zijn eigen land. De Here zegt: "De verborgene dingen zijn voor den Here, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet" (Deut. 29:29). 

Hoe zijn deze zaken over de geschiedenis van de aarde geopenbaard? De Here zegt: "Gewisselijk, de Here Here zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe" (Amos 3:7). Voor het openbaren van die dingen die wij mogen weten koos God mensen waarvan Hij wist dat Hij ze kon vertrouwen en die getrouw Zijn opdrachten zouden uitvoeren. Deze mensen werden "profeten" genoemd. Zij hadden de opdracht om op te schrijven wat hen was geopenbaard in dromen en visioenen: "En Hij zeide: Hoort nu Mijn woorden! Zo er een profeet onder u is, Ik de Here, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal ik met hem spreken" (Num. 12:6). 


Echter, zoals er een "Verborgenheid der godzaligheid" (l Tim. 3:16) is, bestaat er ook een "Verborgenheid der ongerechtigheid" (2 Thes. 2:7). En zoals de Here Zijn profeten heeft, zo heeft ook de duivel de zijne: "Want zulke valse apostelen zijn bedrieglijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder, want de Satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan ook niets groots, indien zijn dienaars zich veranderen als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken" (2 Kor. 11:13-15). 

Eén van de duidelijkste manieren om een profeet te testen vinden wij in Jes. 8:20: 'Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben." *  1  

Als een man of vrouw beweert een visioen of een droom te hebben gehad van de Heer, maar hij of zij weerspreekt de Wet (Torah) - hetgeen inhoudt de eerste vijf boeken van de Bijbel - of de leringen die te vinden zijn in de Getuigenis - de overige boeken van de Bijbel, dan heeft de Here hem of haar niet gezonden. Een andere manier die de Heer aan Zijn volk heeft gegeven om een ware of een valse profeet te herkennen, vinden we in Deut. 13:1-5:

"Wanneer een profeet, of dromen–dromer, in het midden van u zal opstaan, en u geven een teken of wonder; En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen; Gij zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromen–dromer niet horen; want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.

Den HEERE, uw God, zult gij navolgen, en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen, en Hem aanhangen. En diezelve profeet, of dromen–dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen." 

Hier zegt de Here dus duidelijk dat er mensen zijn die kunnen voorspellen dat iets zal gebeuren (een teken kunnen geven) of wonderen kunnen verrichten, maar die tezelfdertijd proberen ons te leiden tot een van die godsdiensten van Satan die wij in het voorgaande hebben besproken. Kunnen wij vandaag de dag om ons heen zulke dingen zien gebeuren? 


Er is nog een andere manier waarop de Heer Zijn volk kennis en begrip geeft om te onderscheiden wie wordt geleid door de Heilige Geest en wie door de duivel: "En Ik zal spreken tot de profeten, en Ik zal het gezicht vermenigvuldigen; en door den dienst der profeten zal Ik gelijkenissen voorstellen... Maar de Here voerde Israël op uit Egypte door een profeet, en door een profeet werd hij gehoed" (Hosea 12:11,14). Het dienstwerk van een ware profeet zal zijn het hoeden van het volk, niet het misleiden! 

Wanneer een man of vrouw beweert een boodschap van de Heer te hebben ontvangen over iets dat zou gebeuren en het gebeurt niet, waarschuwt de Bijbel: "Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.

Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?

Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen." (Deut 18:20-22). 

Een ware profeet van God wordt volgens de Schrift onderscheiden van een valse profeet door zijn levenswijze, leringen, voorspellingen en wie hij of zij aanbidt Als een profeet voorspelt dat bepaalde dingen zullen gebeuren en er komen maar een paar van die voorspellingen uit, komt dat doordat hij of zij die boodschappen niet van de Heer krijgt. Een ware profeet van God heeft het, volgens de Schrift, nooit mis bij het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen, omdat de boodschappen die hij of zij ontvangt komen van Degene, die het einde van alle dingen al weet van hun begin af. Een profeet die in vroegere tijden Gods volk voorspellingen deed die niet uitkwamen, werd gedood omdat hij het volk had misleid. 


Hier is nog een belangrijke aanwijzing in de Schrift om profeten te testen: "Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.

Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt.

Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht, uit de bezitting." (Deut. 18:10-12). 

De God van de Bijbel zegt dat Hij met zijn profeten communiceert door middel van visioenen en dromen. Hij openbaart geen boodschappen door middel van astrologen, handlezers, kaarten en kristallen bollen. Dit is profetie uit waarzeggerij. Hij openbaart geen boodschappen door middel van een magiër, een tovenaar of een helderziende. De Here spreekt niet via een hypnotiseur, die in de Schrift "bezweerder" wordt genoemd. De Heer zendt geen boodschappen tot ons door middel van leidende geesten, die volgens de helderzienden, mediums en heksen leidende figuren of wijze mannen uit de oudheid zijn, "Want de levenden weten, dat zij sterven zullen, maar de doden weten niet met al..." (Pred. 9:5). De Here communiceert niet middels heksenmeesters of necromanten, "Want al wie zulks doet, is den Here een gruwel" (Deut. 18:12). 

In het vorige hoofdstuk is getracht aan te tonen dat astrologie de basis is van de hekserij. In het boek Jesaja voorzegt de Bijbel wat zal gebeuren met astrologen en met de mensen die hun vertrouwen op hen stellen. Anders dan bij de astrologie is het nog nooit gebeurd dat de voorspellingen van de Bijbel niet zijn uitgekomen. "Gij zijt moede geworden in de veelheid uwer raadslagen; laat nu opstaan, die den hemel waarnemen, die in de stenen kijken, die naar de nieuwe manen voorzeggen; en laat ze u verlossen van die dingen, die over u komen zullen. Ziet, zij zullen zijn als stoppelen, het vuur zal ze verbranden, zij zullen zichzelven niet kunnen rukken uit de macht der vlam; het zal geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur om daarvoor neder te zitten" (Jes. 47:13,14).

"Gedenkt der vorige dingen van oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik; Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen" (Jes. 46:9,10). 


Van oude tijden af heeft de Here ons het mysterie van de Godheid geopenbaard en dat wat Hij gewenst acht dat wij weten over het universum en de toekomst daarvan, door middel van Zijn heilige profeten. "Gelooft in den Here, uw God, zo zult gij bevestigd worden; gelooft aan Zijn profeten, en gij zult voorspoedig zijn" (2 Kron. 20:20).

Satan heeft echter de mens afgeleid van het Evangelie en hem belet om deze woorden te geloven door zijn belangstelling voor de geheimen van het universum gaande te houden en aan te wakkeren. Toen zij het oudste boek over de geschiedenis van de aarde dat wij hebben, de Bijbel, lieten vallen, zijn de mensen ertoe gebracht te denken dat er waarheid is die nog verder reikt dan de Bijbelse waarheid, en zij hebben valse wetenschappen uitgevonden die geheel in tegenspraak zijn met de Schrift. De uitvluchten en pure gissingen die worden gebruikt om hun vindingen te ondersteunen brengen hen ertoe om het kleine beetje geloof dat zij nog hadden in God los te laten en zelfs om de gedachte dat er een God zou bestaan geheel te verwerpen.

 

Kaballa

Who's Online?

Members currently online: 0

Guests currently online: 5