Echt Verlost!

NIETS IS zo zeker als de dood en de belasting, zegt men, maar ik moet een derde zekerheid aan het lijstje toevoegen: Voor de Christen, is zaligheid zekerder dan de dood – en veel meer zeker dan belastingen! Toch, als u Christen bent, kom je eens op een moment waarop je gaat twijfelen als je echt, waarlijk, zeker, zonder twijfel, gered bent. U gaat zich afvragen als uw verlossing ‘vast’ is’ en ‘vast’ gaat blijven.

 

Er zijn altijd tal van christenen die in deze geestelijke strijd zitten, zichzelf kwellend met de vraag als ze inderdaad gered zijn. Misschien bent u op dit moment een van deze christenen. U gaat dit weten omdat uw eetlust gaat verminderen, uw handpalmen zullen zweten , en u gaat zo een diepe angst voelen waarbij niets – geen bemoedigend woord, geen vriendelijk gezicht, geen vrolijke gedachte – het zal kunnen verdrijven.

 

Dit weet ik, omdat dit met mij gebeurd is. En ik heb genoeg christenen gehoord die aan de zekerheid van hun redding gingen twijfelen, dus ben ik niet de enige met een geïsoleerde geestelijke-paniek-aanval. Nadat we het zondaarsgebed gebeden hebben en de Heilige Geest in ons leven hebben uitgenodigd, begint een zachte stem in ons te fluisteren: “Is dat het? Ik voel me niet anders. Er moet vast wel iets zijn wat ik moet doen om echt, waarlijk, en absoluut gered te zijn.”

 

Verlossing lijkt niet zeker wanneer we geen manier hebben om het te kunnen meten. We kunnen ons dan afvragen – wanneer we eenmaal verlost zijn – als we voor altijd zijn gered, onder alle omstandigheden. Of misschien werden we eens gered en hebben we er heel lang niet over gedacht. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat we nog steeds gered zijn? Met zovele variabelen, is het makkelijk om te gaan twijfelen.

 

Het verraste me toen ik ontdekte dat redding niet iets is dat we moeten verdienen of van Jezus moeten afdwingen; Hij geeft het ons niet met tegenzin als we genoeg ‘goede  daden  of goede punten’ verzameld hebben. Integendeel!  Jezus wil ons redden. Hij verlangt ernaar om ons te redden.

 

En Hij is niet enthousiast over het terugnemen van Zijn heil. “Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven” (Johannes 10: 27,28).

 

Jezus is vastbesloten als het gaat  over de status van onze verlossing. Hij zegt dat we in Zijn hand veilig zijn.

 

Jezus’ schapen horen en volgen

 

Jezus verzekert ons van twee dingen: Het eerste is dat zijn schapen “Zijn stem horen.” Dat is dat ze Zijn stem herkennen. De schapen herkennen de stem van de herder omdat ze lange tijd met Hem geweest zijn. Ze hebben Hem eerder gehoord, en ze hebben Hem leren vertrouwen. We kunnen zeggen dat ze een relatie met de herder hebben.

 

Zo is het ook met ons. Om Zijn stem te kunnen herkennen, moeten we een relatie met Hem hebben. We weten wanneer Hij tot ons spreekt, omdat we Zijn stem eerder hebben gehoord.

 

Het tweede waarvan Jezus ons verzekert, is dat Zijn schapen “Hem volgen.”  De schapen vragen niet waar de herder hen naar toe leidt. Ze vertrouwen erop dat Hij ze gaat leiden naar de plek waar ze voedsel en water zullen hebben. Ze Zijn gehoorzaam aan Zijn oproep.

 

Zo zullen wij, wanneer we Jezus’ stem horen die tot ons spreekt, gehoorzamen. Gehoorzaamheid is het natuurlijke resultaat van vertrouwen.

 

De volgende logische vraag die we moeten verduidelijken, is als gehoorzaamheid de accumulatie is van goede daden of punten. Dragen we genoeg goede vruchten om gered te worden? Hebben we genoeg daklozen gevoed, genoeg armen bekleed, in genoeg commiteetjes van de kerk gezeten? Hebben we genoeg gedaan om gered te worden?

 

Het antwoord is Nee. We kunnen nooit genoeg doen om onszelf te redden.

 

Geen geestelijke extra punten

 

Het misleidende aspect van werken is de verleiding te gaan geloven dat ze ons van anderen onderscheidt en extra geestelijke punten bezorgd. Toen het nieuws van de marteling van Iraakse gevangenen en de daaropvolgende wraakactie bekend werd, wist ik dat ik er moeite mee had om te beseffen dat zulks kwaad in de wereld bestaat. (Ik ben beschermd – wat kan ik anders zeggen). Vergeleken met deze gruweldaden, lijken mijn kleine zonden bijna te verwaarlozen. Ik ben zeker meer ‘verlosbaar’ dan die beulen, maakte ik mezelf wijs.

 

Maar, God herinnerde mij, dat in Zijn ogen, deze kwaaddoeners en ik even veel noodzaak tot verlossing hebben. Het kijken naar daden om verlossing te beoordelen, was focussen op het verkeerde. Mijn goede daden maken me niet tot een beter mens, ze redden me niet. Ze waren enkel het bewijs dat ik Jezus had aangenomen en ik Hem volgde. Maar alleen Jezus, die mijn zonden bedekt, kan mij redden.

 

In zijn boek ‘Graffiti in het Heilige der Heiligen’, brengt Clifford Goldstein het volgende naar voren: “Een ieder die eens een glimp van Christus’ gerechtigheid heeft opgevangen, weet dat hij zich moet storten op de genade en barmhartigheid van  God, en dat zijn werken – wat die ook mogen zijn, hoeveel ook gedaan is uit een zuiver en liefdevol hart – nooit genoeg zijn.

 

Daarom moeten we uit geloof leven, vertrouwend op Gods beloften dat Hij ons, om Jezus en Jezus alleen, zal redden. Het is het besef van het onvermogen van onze werken dat ons leidt naar het geloof en de beloften van verlossing door Christus. En het is geloof – het geloof dat vertrouwt op Gods beloften – dat het leven transformeert, een verandering die in de werken zichtbaar wordt .” 2

 

Jezus staat in mijn plaats

Wanneer we het besluit nemen om Jezus te volgen en Zijn verlossing te ontvangen, zeggen we, “Jezus gaat me bedekken. Mijn zonden, die de eeuwige dood waard zijn, zijn vergeven omdat ik Jezus – die niet gezondigd heeft - heb aangenomen. Hij heeft voor mij de eeuwige scheiding van de Vader reeds ondergaan. Hij heeft de schuld voor mijn zonden betaald. Er is voor mijn verlossing volledig betaald.”

 

Zaligheid is Jezus’ betaling voor mijn zonden. Wij kunnen dit niet betalen. Deze illustratie kan nuttig zijn: Als ik ongebreideld ga winkelen en voor een miljoen dollars aan koopwaar koop waarvoor ik niet kan betalen, zal ik uiteindelijk worden opgesloten.  Echter, als een vriendelijke man contact opneemt met mijn schuldeisers en aanbiedt om mijn schuld te betalen, waardoor ik niet naar het gevang hoef, heeft hij me dan gered?

 

Alleen als ik het geld accepteer. Indien ik het geld accepteer, heeft hij me van de gevangenis gered. Ik hoef niets anders te doen dan te zeggen, “Dank u; ik accepteer uw geld.”

 

Nu dan, kan ik hem zijn miljoen dollar terug betalen? Een dergelijk bedrag heb ik niet, maar als ik elke dag zijn grasperk maai, koekjes voor hem bak en zijn hond uitlaat uit dankbaarheid, zal hij waarschijnlijk deze daden beschouwen als mooie daden van dankbaarheid. Die zouden nooit mijn schuld kunnen af betalen en dat zou ook de bedoeling niet zijn. Geen enkel weloverwogen gebaar van mijn zijde zou een miljoen dollar kunnen opleveren.

 

Niettemin, nadat die vriendelijke man mijn schuld betaald heeft, zou ik zijn grasperk willen maaien, koekjes voor hem willen bakken en zijn hond willen uitlaten, uit dank voor wat hij voor mij gedaan heeft. Zo is het ook met ons in ons christelijk leven. We gehoorzamen Jezus omdat we  van Hem houden en willen onze dankbaarheid betonen voor wat Hij voor ons gedaan heeft. Jezus zelf zei, “Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden” (Johannes 14: 15, NBV).

Zo worden we gered: Jezus redt. Hij heeft de volledige prijs voor onze zonden betaald. Ons deel is om aan te nemen wat Hij voor ons gedaan heeft en laat gehoorzaamheid onze liefdevolle reactie op dat cadeau zijn.

Zo lang we luisteren naar Zijn stem en volgen naar waar Hij leidt, kunnen we van Zijn verlossing verzekerd zijn.

1Clifford Goldstein, Graffiti in het Heilige der Heiligen (Nampa, Idaho: Pacific Press, 2003), 128.