Het Wonder van de Nieuwe Geboorte
OP 3 DECEMBER 1967 luisterde de wereld aandachtig naar het nieuws dat uit Kaapstad, de Republiek van Zuid Afrika kwam. Christiaan Barnard, een bekende chirurg, verrichtte, tezamen met een team van specialisten, de eerste harttransplantatie.
Het zieke, defectieve hart van Louis Washkansky, een vijfenveertig jarige, werd chirurgisch vervangen door het hart van Denisse Ann Darvall, een vijfentwintig jarige vrouw die bij een auto ongeluk was omgekomen.
De wonderen van de moderne wetenschap vinden een bepaald parallel in een diepgaande geestelijke waarheid: Alle mensen komen in de wereld met defectieve harten, beschadigd door de zonde, ongevoelig voor geestelijke dingen; tenzij ze nieuwe harten krijgen, hebben ze weinig kans op leven.
De apostel Paulus beschrijft, met deze woorden, heel levendig de natuurlijke conditie van het menselijk hart: “gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één.” (Romeinen 3: 10, 11).
De gevolgen van de zonde
Wanneer we voor een moment terug gaan naar de eerste pagina's van de Schrift, ontdekken we de reden waarom elk mens in deze verschrikkelijke situatie wordt geboren. Daar vinden we het scheppingsverhaal, inclusief de schepping van Adam en Eva, onze voorouders. Ze kwamen volmaakt uit Gods handen, in het beeld en de gelijkenis van hun Schepper (Genesis 1: 26).
De voorwaarde om daar in die prachtige tuin te mogen blijven, was gehoorzaamheid aan Gods wil. Helaas hebben ze de verleiding niet weerstaan en waren ongehoorzaam toen ze aten van de vrucht van de verboden boom (Genesis 3: 6,7). Hoewel het ontstaan van de zonde een mysterie is, duurde het niet lang voordat de gevolgen van ongehoorzaamheid duidelijk werden.
Gods Woord zegt dat zodra Adam en Eva van de verboden boom hadden gegeten, een kille en ondoordringbare barrière tussen God en hen ontstond. Een gevoel van schuld en schaamte verdrong de vrede en harmonie uit hun ziel en ze hielden zich schuil voor Gods aanwezigheid.
Niet alleen werden ze tot de dood veroordeeld (Genesis 2: 17), maar hun hart raakte ook beschadigd, hun natuur raakte verdorven en ze waren niet meer in staat om terug te keren naar hun oorspronkelijke onschuld en om God te gehoorzamen. Het gevolg van de zonde werd in hen en hun nageslacht manifest.
Een nieuw hart
Maar God ging uit genade naar hen op zoek, om ze een nieuwe kans te geven, iets wat alleen in het licht van goddelijke genade kan worden begrepen, omdat “waar evenwel de zonde toenam, is de genade meer dan overvloedig geworden” (Romeinen 5: 20).
Gods plan om hen te rehabiliteren had twee dimensies.
Ten eerste, gaf Hij hen te kennen dat een Vervanger hun zondeschuld op zich zou nemen (Genesis 3: 15), dus de dood die zij verdienden zou ondergaan. Daarbovenop zou God ervoor zorgen dat het hart, dat door ongehoorzaamheid was beschadigd, zou worden genezen en dat het liefdevolle contact met de zondaar, zou worden hersteld.
De profeet Ezechiel verkondigde het goddelijk voornemen met deze woorden: “een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt” (Ezechiel 36: 26, 27).
Het herstellen van het door zonde vernietigde hart wordt in de Bijbel “nieuw geboorte” genoemd. Zoals een natuurlijke geboorte een wonder is, is deze nieuw geboorte het resultaat van een ingreep van de goddelijke chirurg, die zorgt voor de vernieuwing die de mens zelf niet kan teweeg brengen.
Op een avond had onze Heer een gesprek met Nicodemus, een Farizeeër, een Joodse leider, een uiterst moreel mens. Het was echter duidelijk dat deze staat hem geen tevredenheid gaf, en dus wilde hij de Leraar ontmoeten. De Heer legde hem uit dat “tenzij iemand wederom geboren wordt, hij het Koninkrijk Gods niet kan zien” (Johannes 3:3).
Het woord dat met ‘wederom’ is vertaald, betekent ook ‘van omhoog’, indicerend dat die ervaring van God komt. Toen Nicodemus deed alsof hij Jezus’ woorden niet begreep, verklaarde Hij duidelijk dat de wedergeboorte het werk van de Heilige Geest in de ziel is; “De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit de Geest geboren is” (Johannes 3: 8).
Toen Nicodemus toch nog aandrong door te vragen: “Hoe kan dit geschieden?” (v. 9), wees Jezus hem naar de enige manier, het kruis, “En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe” (Johannes 3: 14, 15), omdat Jezus “de weg, de waarheid, en het leven is” (Johannes 14: 16).
Het volgende citaat stelt het heel goed, “Wanneer de ziel zich aan Christus onderwerpt, neemt een nieuwe macht bezit van het hart. Een verandering wordt teweeggebracht die de mens nooit uit zichzelf kan bereiken. Het is een bovennatuurlijk werk, het brengen van een bovennatuurlijk element in de menselijke natuur.” [i]
Nieuwe schepping
De apostel Paulus, die deze verandering in een unieke ontmoeting met de Here Jezus onderging, refereerde naar de verandering die plaatsvindt in de persoon die reageert op Gods genade, met deze woorden: “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2 Korinthe 5: 17).
Op dezelfde manier waarop de schepping van het universum door Gods machtige interventie tot stand is gekomen, “Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er” (Psalm 33: 9), is de verandering van het hart “van omhoog”, het resultaat van Gods interventie.
Twee naturen
Het is van belang om op te merken dat bij de ervaring van de nieuwe geboorte, van het nieuwe hart, we niet praten over een op een ‘transplantatie gelijkende ervaring’, zoals die door Doctor Barnard in Zuid Afrika werd uitgevoerd; ook niet over een vervanging, maar eerder over een verandering. Het natuurlijke hart, met alle neigingen, verdwijnt niet.
Er zijn mensen die veronderstellen dat, wanneer ze Christus aannemen en de verandering ondergaan, ze geen uitdagingen of verleidingen meer zullen kennen. Zo is het echter niet. Feitelijk heeft de christen twee naturen: de ene van het vlees, waarmee ze werden geboren, en een nieuwe geestelijke natuur, die door God, in Zijn genade, in de ziel geïmplanteerd wordt. In een brief aan de kerken in Galatië, zegt de apostel Paulus heel duidelijk: “Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst” (Galaten 5: 16,17). De strijd zal voortduren tot de Here Jezus terugkeert en “...wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen” (1 Korinthe 15: 54, NBV ).
Maar we moeten niet door wanhoop worden gedreven. Terwijl Gods kinderen op die dag wachten, is God door Zijn liefde “...in staat hen voor struikelen te behoeden en hen op te stellen voor zijn luisterrijke troon, vlekkeloos en juichend van vreugde” (Judas 24, Groot Nieuws Bijbel 1996) en helpt hen om in overwinning te leven, altijd vertrouwende op Jezus’ woorden: “Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld” (Matteüs 28: 20).
[i] Ellen White, De Wens der Eeuwen, p. 324.
Atilio Dupertuis, Dr. In Theologie, was rector aan de Adrews University, Michigan, Verenigde Staten.